Afstempelen, niet indexeren, dekkingstekort, mislukte herstelplannen – de
ellende is groot in pensioenland. Wie nu nog denkt dat het automatisch wel
goed komt met het inkomen na pensionering, moet wel in een nieuwsvrij Utopia
wonen.
Nederland is wakker geschud en weet: het pensioen is onzeker. Hoogste tijd om
de volgende stap te zetten en in actie te komen. Bijvoorbeeld door zelf aan
de slag te gaan met de persoonlijke pensioenspaarpot, zoals collega Jeroen
de Boer afgelopen vrijdag schreef.
Hoe zit dat precies en wat kun je nog meer doen. Hier zeven wegen uit het
pensioenmoeras:
1. Pleeg een coup op het pensioenfonds
Als je het niet eens bent met het beleggingsbeleid van je pensioenfonds,
omdat men daar bijvoorbeeld teveel risico neemt, of juist te weinig, doe
daar dan iets aan. Meld je bijvoorbeeld aan voor de deelnemersraad. Ieder
pensioenfonds is verplicht er een te hebben. Is het moeilijk om in dit
bolwerk van oude mannen te infiltreren? Integendeel, de fondsen smachten
naar vers bloed. Ben je jong of vrouw, of – nog beter – allebei, dan word je
met open armen ontvangen.
Eenmaal binnen kun je het beleid beïnvloeden en de beslissingen over
afstempelen, indexeren en premieverhogingen proberen te sturen. Blijft
pensioenfondsbestuur rare sprongen maken? Dan sleep je ze voor de
ondernemingskamer.
2. Stem met je voeten
Als het niet via de deelnemersraad lukt, loop dan over naar een ander fonds
waar je wel vertrouwen in hebt. Dat is niet eenvoudig in Nederland, waar de
stalinistische pensioenregels van Nederland voorschrijven dat iedere
werknemer verplicht bij zijn eigen beroeps-, bedrijfs- of
bedrijfstakpensioenfonds is aangesloten.
Om van fonds te veranderen, moet je dus ook van werkgever, en vaak zelfs van
bedrijfstak veranderen. Vraag naar de dekkingsgraad van het pensioenfonds
voordat je je handtekening onder een nieuw arbeidscontract zet. Je kunt ook
op zoek gaan naar een bedrijfstak zonder pensioenregeling, waar de werkgever
(meestal) meebetaalt aan een commerciële pensioenverzekering. Dan blijf je
de baas over je de pensioenpot.
3. Word ondernemer
Nog onafhankelijker word je door afstand te nemen van het leven als werknemer
en een eigen bedrijf te beginnen. Bijna alle ondernemers (er zijn een paar
uitzonderingen, zoals zelfstandige artsen), mogen zelf weten hoeveel ze
sparen en hoe ze hun geld beleggen. Je bent baas over je eigen pensioen, met
alle lusten (vrijheid) en lasten (beleggingsverlies) van dien.
Ondernemers mogen jaarlijks twaalf procent van de bruto winst
belastingvriendelijk sparen voor de oude dag. Die pensioenreserve mag het
eigen vermogen niet overstijgen, en die reserve moet je na pensionering
omzetten in een lijfrente.
Overigens verplicht de fiscus je niet om de als pensioenreserve geboekte
bedragen daadwerkelijk te sparen. Je kunt het geld ook direct verbrassen.
Maar na je pensionering komt de belastingdienst wel langs om belasting te
heffen over de fictieve pensioenpot. Dat is de prijs van vrijheid. Als je
geen zelfdiscipline hebt, moet je er niet aan beginnen.
4. Stort extra in je pensioenpot
Het is bij veel pensioenfondsen mogelijk: vrijwillig bijsparen voor een hogere
pensioenuitkering later. Terwijl het fonds je toekomstig inkomen afstempelt,
stort jij het verschil snel weer bij. Dat kan ook buiten het pensioenfonds
om. Bijvoorbeeld via de levensloopregeling, waarin je jaarlijks tot twaalf
procent van je inkomen opzij kunt zetten om later je pensioen mee aan te
vullen.
Wie een pensioengat heeft - en wie heeft dat niet?- kan ook
belastingvriendelijk sparen op een speciale pensioenrekening bij bank of
verzekeraar. Ook beleggen is via die weg mogelijk. Het zal alleen lastig
zijn om een bank of verzekeraar te vinden die hierbij geen hoge kosten in
rekening brengt, en zo jouw belastingvoordeel handig in de eigen zak laat
glijden.
5. Ga saai sparen
Vergeet het belastingvoordeel, en hou het simpel. Zet iedere maand wat geld op
een spaarrekening, of koop iedere maand wat aandelen en obligaties (wel
spreiden, natuurlijk). Dat moet dan uit je netto loon, maar is wel zo
overzichtelijk, zeker als je het automatisch door de bank laat doen.
Gewoon geld sparen om straks van te leven is zo logisch dat je het bijna zou
vergeten.
6. Los je hypotheek af.
Wie een schuld heeft kan er ook voor kiezen om die af te lossen. Alle
Nederlanders samen hebben een hypotheekschuld van ruim 610 miljard euro. Nu
aflossen betekent lagere rentelasten later. Ja, je loopt dan over je hele
leven gemeten wat renteaftrek mis, maar toch kan het een uiterst
doeltreffende manier zijn om je maandlasten na je pensionering te
verminderen. Dan is dat afgestempelde pensioen ook niet meer zo’n ramp.
7. Ga niet met pensioen
Kan het nog simpeler? Jazeker. Wie lang blijft werken heeft aan een lager
pensioenvermogen toch genoeg. Wees er vroeg bij en begin al rond je
veertigste na te denken over een tweede carrière in een beroep dat lang vol
te houden is. Wie fysiek werk heeft laat zich op tijd bijscholen. Wie veel
stress heeft op het werk, zoekt een rustiger beroep. Het kost misschien wat
inkomen, maar dat betaalt zich later terug.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl